Welke wetten zijn er van toepassing om een vergoeding(en) te vragen bij nietigverklaring van een vonnis ?
Een vonnis (in feite 2) voor een vredegerecht dat uitvoerbaar bij voorraad was werd in zijn geheel teniet gedaan door een uitspraak in beroep. Tegen beide vonnissen voor het VG werd beroep ingesteld en ze werden samengevoegd voor de beroepsprocedure. In de uitspraak in beroep ongeveer een jaar later (1e aanleg) werd duidelijk gesteld dat de beide vonnissen (VG) vernietigd werden.
De schuldeiser kon niet wachten tot de uitspraak in beroep werd uitgsproken en voerde het vonnis uit met DW en er werd uitvoerend beslag gelegd met verkoopdatum (dat laatste is niet gebeurd). Wat zijn goed recht uiteraard wel was maar een risiko inhield mocht de uitspraak in beroep het bij voorraad uitvoerbare vonnis teniet doen. Wat dus gebeurd is en vrijwel zeker was gezien de onlogica en het gevaar voor jurisprudentie moesten de vonnissen voor het VG in beroep bekrachtigd geweest zijn. Zonder in detail te willen treden was er een goede 90% kans dat de VG-vonnissen zouden teniet gedaan worden.
De nieuwe schuldeiser wenst vergoeding maar heeft dat bij het pleidooi en de conclusies die de uitspraak in beroep voorafgingen niet gedaan omdat dat slecht zou overkomen dat hij geen gevolg wou geven aan de uitspraak van het VG (door later te weigeren van te betalen aan DW/schuldeiser)
De nieuwe schuldeiser wenst volgende kosten vergoed te zien:
1) terugbetaling van reeds gestortte bedragen aan DW (uiteraard)
2) Nieuwe veiligheidssloten + plaatsing: € 200
3) data-opslag vergoeding (de DW schrijft een aantal [7] externe harde schijven op en in het uitvoerend beslag staat te lezen dat hij niet verantwoordelijk is voor de data en dat de beslagene zelf dient te zorgen voor het veiligstellen van die data - wat deze dan ook doet). Een gecontacteerde firma vraagt hiervoor gemiddeld € 50 per harde schijf + BTW. De betrokkene heeft de data zelf veiliggesteld en wenst hier nu zelf een vergoeding van € 215 voor.
4) correspondentie en AS en verpl. onkosten naar DW-kantoor en afhalen op griffie 1e aanleg van documenten ten behoeve van DW-kantoor dat de moeite niet wilde doen om uit te zoeken of in beroep werd gegaan tegen de VG vonnissen: € 100. Alles bewijsbaar met stukken van correspondentie met DW.
5) de morele schadevergoeding wil de nieuwe schuldeiser ten teken van goede wil beperken tot € 1 symbolische schadevergoeding.
6) uiteraard vervallen door de uitspraak in beroep de ganse rekening(en) van de 1ste DW en dienen die kosten nu door de de vroegere schuldeiser, nu schuldenaar, nu zelf opgehoest te worden.
De advocaat van de nieuwe schuldeiser beweert dat er door het feit enerzijds dat er in het vonnis 1e aanleg niet gesproken word over vergoedingen of restitutie buiten de bedragen in het vonnis zelf vermeld, en er anderzijds dus die vergoedingen niet uitvoerbaar bij voorraad zijn, het mogelijk tot een nieuw geding zal komen om die vergoeding(en) te verkrijgen. Anderzijds beweert de advocaat dat er kan geoordeeld worden dat de schuldenaar van het eerste vonnis zelf als de oorzaak kan beschouwd worden van de door de DW gemaakte kosten.
Ook blijkt het mogelijk te zijn dat er door DW's een vonnis word betekend waarin alles word opgenomen en ook in feite de zaken die niet uitvoerbaar zijn. De niet attente schuldenaar betaalt dan het volledige pakket. (beschouw het in feite als een vonnisbetekening door DW die in feite in die betekenis zaken zet die hij niet mag eisen)
Omdat de eerste schuldeiser (van de uitspraak VG) een afbetalingsplan dat de schuldenaar hem voorstelde weigerde, wenst de nieuwe schuldeiser nu ook boter bij de vis en een betaling binnen de 2 weken. De uitspraak was trouwens al een 2-tal maanden geleden zodat de geintimeerde zich hier in feite reeds kon op voorbereiden.. We spreken hier wel van een aantal duizenden €'s.
Iemand enige verduidelijking en uitleg hierover ?