Zoals ik het zie, corrigeer mij gerust als ik mis ben:
Bruto
- beroepskosten
- sociale bijdragen (geen in dit geval, want geen rsz ?)
===============
netto belastbaar inkomen
- belastingen
===============
netto inkomen
Maar in het geval van de ts, iemand met 100.000 euro op z'n spaarboekje, heeft die een netto (belastbaar) inkomen?
Tot 1.900 euro intrest per jaar moet je niet aangeven.
"◦Als inkomen < het jaarbedrag van het bestaansminimum (*): 0,00 EUR (Kwartaal bedragen)"
Die "rentenier" zou dan geen bijdragen betalen?
Ik zie waarschijnlijk iets over het hoofd (?)
(*)
10.204,63 € = jaarbedrag leefloon (?)
http://www.vvsg.be/nieuws/Paginas/Verho ... lonen.aspx
Neen zo werkt het niet.
Hier zijn de tarieven (bron is RIZIV):
◦Normaal:

710,44 EUR (Kwartaal bedragen)
◦Als inkomen < het grensbedrag van de jaarinkomens voorzien in artikel 134, 3° alinea van het KB van 3/7/96:

355,21 EUR (Kwartaal bedragen)
◦Als inkomen < het bedrag dat is vastgesteld om de verhoogde tegemoetkoming te genieten:

60,23 EUR (Kwartaal bedragen)
◦Als inkomen < het jaarbedrag van het bestaansminimum

0,00 EUR (Kwartaal bedragen)
En die jaarinkomens worden vastgesteld als volgt:
De inkomsten zoals ze zijn vastgesteld inzake de inkomstenbelasting, vóór elke aftrek, vermindering, vrijstelling, immunisatie.
Worden eveneens in aanmerking genomen, de inkomsten die in België van belasting zijn vrijgesteld krachtens internationale overeenkomsten ter preventie van de dubbele belastingheffing of andere internationale verdragen of akkoorden, of ze nu gelden voor de berekening van de belasting van andere inkomsten of niet, alsook de inkomsten van de personen bedoeld in artikel 227, 1°, van het WIB/92 die van belasting worden vrijgesteld in overeenstemming met de artikelen 230 of 231, § 1, 2° van hetzelfde Wetboek.
Worden eveneens in aanmerking genomen, de inkomsten van buitenlandse oorsprong van dezelfde aard als deze hiervoren bedoeld, ontvangen door personen bedoeld in artikel 227, 1°, van het WIB/92.
Evenwel wordt, ter bepaling van de hoegrootheid van het inkomen van het betrokken gezin dat is samengesteld volgens de bepalingen van afdeling 4 van dit hoofdstuk, als volgt rekening gehouden met de volgende inkomsten :
1. de inkomsten uit roerende goederen vastgesteld in overeenstemming met artikel 22, § 1, eerste lid van het WIB/92;
2. de inkomsten waarvan de aangifte aan de belastingadministratie niet verplicht is, in toepassing van artikel 313 van het WIB/92;
3. het brutobedrag van de beroepsinkomsten, bedoeld in artikel 23, § 1, 1° tot 3°, van het WIB/92, fictief vastgesteld op 100/80 van het verschil tussen de brutowinsten of -baten en de beroepslasten die daaraan zijn verbonden;
4. het brutobedrag van de spaartegoeden, kapitalen en afkoopwaarden, bedoeld in artikel 171, 1°, d tot h, 2°, b tot e, 2° quater, 3° bis, 4°, f tot h en de artikelen 515bis, vijfde lid, 515quater en 515octies van het WIB/92 voor het bedrag van de rente die voortvloeit uit de omzetting ervan volgens de coëfficiënt, bedoeld in artikel 73 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB/92 gedurende een periode van tien jaar vanaf het jaar waarin het kapitaal of de afkoopwaarde is uitgekeerd;
5. het geïndexeerde kadastraal inkomen, de huur of de huurwaarde van de woning die is vrijgesteld krachtens artikel 12, § 3 van het WIB/92. Wordt evenwel vrijgesteld, een bedrag van 743,68 euro, verhoogd met 123,95 euro voor elk ander gezinslid dan de rechthebbende. Deze bedragen worden geïndexeerd op dezelfde wijze als voorzien in artikel 518 van het WIB/92;
6. de beroepsinkomsten van kinderen worden vrijgesteld voorzover zij het effectieve genot van de kinderbijslag behouden tijdens de periode waarin zij de voormelde inkomsten hebben verkregen.