Zal iemand die een aantal jaren werkloos is en van RVA minimum forfaitaire werkloosuitkering ontvangt (ongeveer 755 Euro als alleenstaande of 500 als samenwonende) meer (of minder? of evenveel?) inkomen ontvangen indien hij wegens arbeidsongeschikt op ziekte/invaliditeit van ziekenfonds belandt?Beide zaken staan in principe van elkaar los. De RVA onderzoekt of je minstens 66% arbeidsongeschikt bent (= in je werk), het ministerie onderzoekt of je voor minstens 66% een handicap hebt (= in het dagelijkse leven). Strikt genomen kan je wél gehandicapt, maar niet arbeidsongeschikt zijn, al komt dit maar zelden voor.
De RVA zal niet op de hoogte gebracht worden van een beslissing van de FOD, al moet je dit wel melden (en zullen gegevens binnenkort gelukkig automatisch doorgegeven worden). Als je bij de RVA niet meer terecht kan, heb je in principe (als je ooit hebt kunnen werken, wat lijkt uit je recht op RVA) recht op ziekte-uitkeringen.
Graag verduidelijking: 'mag geen' of eerder 'is geen'?dat is onmogelijk om uit de losse pols te zeggen. Hangt van teveel factoren af.
Trouwens, dat mag geen argument zijn om te beslissen of je ziek of niet-ziek bent.
met "dat mag geen" wil ik zeggen dat je je daar niet zou door mogen leiden. Ik ben echter geen dictator die beslist wie wat mag als argument gevenJe laat veronderstellen dat dat in bepaalde gevallen dus wel een argument kan zijn? Zo ja, wanneer, in welke gevallen en voor wie?
1/ @JPV, sorry, maar ik kan je niet volgen. Als je schrijft dat : De mutualuteit moet rekening houden met de ongeschiktheid voorafgaand aan de intrede op de arbeidsmarkt, hoe kan dan: Neem bvb iemand die blind is. Die zal 66% zijn volgens de FOD sociale zekerheid, maar niet 66% volgens de mutualiteit? Iemand die blind geboren is zal toch 66 krijgen bij mutualiteit? (Of bedoel je 'blind geworden is tijdens loopbaan' waardoor mutualiteit anders evamlueert?)Ik drukte me wat verkeerd (onduidelijk) uit: De mutualuteit moet rekening houden met de ongeschiktheid voorafgaand aan de intrede op de arbeidsmarkt: die moeten ze los zien van het intreden van ongeschiktheid vanaf de intrede op de arbeidsmarkt. Het eerste kan niet leiden tot 66%, het tweede wel. Neem bvb iemand die blind is. Die zal 66% zijn volgens de FOD sociale zekerheid, maar niet 66% volgens de mutualiteit, zelfs al zou hij kunnen aantonen gewerkt te hebben.
En ivm de passende dienstbetrekking: de RVA zegt dat je geen enkele passende dienstbetrekking mag weigeren (heeft idd te maken met opleiding, fysieke geschiktheid, ...), maar dit staat los van de arbeidsgeschiktheid. Die wordt in de werkloosheidswetgeving (zie: http://www.rva.be/D_opdracht_W/Wettekst ... 758_174951" onclick="window.open(this.href);return false; ) volledig naar de ziektewetgeving gereglementeerd.
Letsels en functionele stoornissen
Het stopzetten van de arbeid moet het gevolg zijn van de intrede of het verergeren van letsels of functionele stoornissen. Uiteraard worden hier ongevallen en ziekten mee bedoeld (ii) Zie ook L. Verbruggen , “Overzicht van rechtspraak in verband met de voorafbestaande toestand”, Inf. RIZIV 1998, 557-566.. Belangrijk is dat het stopzetten van de arbeid het rechtstreeks gevolg moet zijn van deze letsels en functionele stoornissen. Dit leidt soms tot interpretatieproblemen, omdat het niet altijd even duidelijk is of de arbeidsongeschiktheid nu veroorzaakt werd door een vroegere zwakke gezondheid ofwel door een pas ingetreden aandoening. Dit is een vraag die de rechter moet oplossen aan de hand van de hem voorliggende feiten.
Zo zal iemand wiens verdienvermogen al sterk verminderd was voordat hij op de arbeidsmarkt kwam en die nooit anders dan in beschermde omstandigheden heeft kunnen werken wegens ernstige hartproblemen, niet als arbeidsongeschikt worden erkend (iii) Arbh. Antwerpen 8 november 1988, Inf. RIZIV 1989, 30.. Ook wanneer de aandoeningen, die aanleiding gaven tot de arbeidsonderbreking, steeds aanwezig waren bij het uitoefenen van de beroepsbezigheid en niet verergerd zijn, kan er geen sprake zijn van arbeidsongeschiktheid (iv) Arbh. Antwerpen 26 juni 1984, Rechtspr. Rep. RIZIV 4.1/22..
Een ander voorbeeld betreft een gehandicapte die zonder problemen werkt. Op een bepaald moment wordt zijn arbeid verzwaard, en hij kan het werk niet meer aan als gevolg van zijn handicap. Ook hier is er geen arbeidsongeschiktheid in de zin van de Ziekteverzekeringswet.