#4 , 14 jan 2022 13:11
Hallo,
Ik vond intussen antwoord op mijn vraag in art 7 § 11 van de Besluitwet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders .
[Geschillen over rechten, ontstaan uit de werkloosheidsregeling, behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank.
[De beslissingen genomen over rechten ontstaan uit de werkloosheidsregeling moeten op straffe van verval, binnen drie maanden na de kennisgeving, of, bij gebrek aan kennisgeving, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de betrokkene er kennis van gehad heeft, aan de bevoegde arbeidsrechtbank voorgelegd worden. Bij het ontbreken van erkenning van een recht moet het beroep tot erkenning van het recht worden voorgelegd binnen de drie maanden na de vaststelling van het in gebreke blijven.
De vordering ingeleid voor de arbeidsrechtbank werkt niet schorsend.] ] <W 10-10-1967, art. 63, § 2> <W 1998-02-13/32, art. 61, 009; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
Bedankt voor het mee willen denken.
Groeten, Johan