waar staat dat de werkgever een antwoord moet geven op uw verlofaanvraagArtikel 70 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967. Artikel 64 bepaalt daarenboven ook nog eens dat een werkgever niet zomaar kan weigeren dat een werkenemer zijn verlof opneemt ergens tussen 31 mei en 31 oktober. Uiteraard steeds in onderling overleg, maara ja en waar staat dat?
waar staat vermeld dat je het recht hebt te weten wanneer je verlof hebt.
zet hier eens een brief voor verlofaanvraag, die ik morgen per aangetekend kan versturen en waarop de werkgever verplicht is om daarop te antwoorden
Art. 64.Navolgende regels zijn van toepassing zowel voor de collectieve maatregelen als voor de individuele akkoorden :
1° de vakantie moet worden toegekend binnen de twaalf maanden die op het einde van het vakantiedienstjaar volgen;
2° wanneer het om gezinshoofden gaat, wordt de vakantie bij voorkeur toegekend tijdens de schoolvakantie;
3° een ononderbroken vakantieperiode van een week moet in elk geval worden gewaarborgd;
4° een ononderbroken periode van drie weken en van twee weken vakantie, moet tussen 1 mei en 31 oktober worden gewaarborgd respectievelijk aan de werknemers die geen 18 jaar oud zijn bij het verstrijken van het vakantiedienstjaar en aan de andere werknemers, behoudens andersluidend verzoek van de betrokkenen;
5° (met betrekking tot de vakantieperiode buiten de eerste twee of drie weken, naargelang de werknemers bij het verstrijken van het vakantiedienstjaar ten minste 18 jaar zijn of jonger, dienen de toekenningsmodaliteiten van dien aard te zijn dat de globale aan de produktie bestede tijd maximaal wordt gevrijwaard; indien mogelijk dienen deze vakantiedagen opgenomen te worden tijdens de periodes van afnemende aktiviteit, of naar aanleiding van gewestelijke, plaatselijke of andere feestdagen;) <KB 9-4-1975, art. 8>
6° (onverminderd de bepalingen bedoeld sub 3° en 4° mag de vakantie niet bij halve dagen genomen worden behoudens wat betreft :
a) de halve dagen vakantie die met een halve dag gewone inactiviteit aangevuld worden [1 of met een halve dag aanvullende vakantie]1;
[1 a/1 wordt ingevoegd, luidende : "a/1 de halve dagen aanvullende vakantie die worden aangevuld ofwel met een halve dag gewone inactiviteit, ofwel met een halve dag gewone vakantie;]1
b) de verdeling in halve dagen van drie dagen van de vierde vakantieweek, op aanvraag van de werknemer. De werkgever mag zich echter tegen deze verdeling verzetten, indien dit van aard is om het werk in de onderneming te storen). <KB 17-7-1979, art. 7>
Art. 70. <KB 29-5-1973, art. 1> Indien geen overeenkomst wordt bereikt omtrent de datum van de vakantie en de verdeling ervan, wordt het geschil beslecht door de arbeidsrechtbanken.