#3 , 22 jan 2006 02:46
Er is een groot verschil tussen theorie en praktijk:
de theorie is dat er vrijheid van woonst is, maar dat die beperkt wordt door de rechten die anderen via een vonnis hebben gekregen. Een vader kan aan de rechter vragen om de vrijheid van de moeder te beperken zodat hij zijn "recht op persoonlijk contact" kan blijven uitvoeren: het omgangsrecht wordt onmogelijk gemaakt als de moeder 200 km verder gaat wonen, en het telefonisch contact wordt te duur als de moeder in het buitenland gaat wonen.
dan de praktijk: de meeste rechters geloven niet in Artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek dat gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag bepaalt: ze bepalen de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder en ze geven de vader vier dagen omgangsrecht per maand.
als je een aanvaardbare reden hebt voor de verhuis (= je emigratie) zal de rechter die aanvaarden: dat je werkt hebt gevonden in Friesland, dat het klimaat van Zuid-Frankrijk beter is voor je rug, om het even.
Dat je beide vaders haat omdat ze (bijna) niet naar de kinderen omkijken is te begrijpen. Anderzijds: uit je verhaal leid ik af dat de ene vader zijn kind twee dagen per maand mag zien maar moet betalen, en de andere zijn kind eigenlijk niet mag zien en ook moet betalen: dan is het normaal dat ze afhaken, want ze worden toch niet als een papa aanzien.
Dat de kinderen opgroeien zonder vaderfiguur is spijtig, want in hun latere relatie(s) dragen ze dat mee.