Deurwaarder & niet beslaglegging

[Marthe14]

Beste,
Mijn dochter heeft een hoop schulden sinds haar scheiding met haar ex-vriend. Eind januari is zij haar appartement uitgezet wegens niet betaling van huishuur, sindsdien is zij bij mij ingetrokken, ik stond voor een voldongen feit en heb haar en mijn kleinkind ingenomen in afwachting op een andere oplossing of sociale woonst.
Mijn moeder die in een rusthuis verblijft en onder bewindvoering staat haar huis staat reeds een vijtal jaar leeg, en ik heb mijn dochter haar domicieladres daar laten zetten voor haar correspondentie en ook opdat ik door haar schulden geen beslag zou krijgen op mijn goederen.
De wijkagent kent ook haar situatie en deze had haar domiciliatie goedgekeurd mits de belofte dat er geen deurwaarder zou komen aankloppen. Spijtig genoeg houd mijn dochter zich niet aan de afspraken en afbetalingsregelingen en is de deurwaarder gisteren binnengevallen op haar domicilieadres, zij konden geen beslag leggen omdat ze er dus niet woont en er alleen enkele meubeltjes van moeder staan en dus niets waardevols of spullen van mijn dochter, eigen spullen heeft ze toch niet meer die is ze al lang kwijtgespeeld....
De deurwaarder weet nu ook dat ze bij mij verblijft en heeft dus nu een proces verbaal van niets bevinding opgesteld... Wat gaat er nu gebeuren, gaan ze nu bij mij binnenvallen of valt er nog iets te regelen mits zo vlug mogelijk deze schuld alsnog maandelijks af te betalen.
Graag raad,

Bedankt,
Marthe14

[j.demoor]

1) “Art.7.§ 1. Iedereen die zijn hoofdverblijfplaats wil vestigen in een gemeente van het Rijk of deze wil overbrengen naar een andere gemeente van het Rijk moet dit aangeven aan het gemeentebestuur van de gemeente waar hij zich komt vestigen...§ 4. De aangifte bedoeld in § 1 moet binnen acht werkdagen gebeuren nadat de nieuwe woning effectief betrokken werd...Art.16.§ 1. De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een FEITELIJKE situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar.Deze vaststelling gebeurt op basis van verschillende elementen, met name de plaats waarheen de betrokkene gaat NA zijn beroepsbezigheden, de plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het energieverbruik en de telefoonkosten, het gewone verblijf van de echtgenoot of van andere leden van het huishouden.…”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister)

“Art.7.De overtredingen van de voorgaande artikelen, van de besluiten tot uitvoering ervan en van de in artikel 5 bedoelde gemeentelijke verordeningen worden gestraft met een geldboete en zesentwintig tot vijfhonderd (euro)...”(19 JULI 1991. - Wet betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen).

2) “Art.490bis.§1...wordt gestraft hij die BEDRIEGLIJK zijn onvermogen heeft bewerkt en aan de op hem rustende verplichtingen niet heeft voldaan..."(Strafwetboek 8 juni 1867).

‘De opsomming in art.490bis,§1,al.2 is niet limitatief.Als dusdanig kan ook in aanmerking worden genomen de inschrijving op een brievenbusadres‘[Cass. AR940136N,23 mei 1995(Bertinchamps t. Gemeentekrediet),TRD&I 1995,704,827].

3) “Art.1514.Hij die beweert...eigenaar te zijn van in beslag genomen voorwerpen,kan tegen de verkoop verzet doen...met vermelding van de bewijzen van eigendom..."(Gerechtelijk Wetboek).

‘Als concubinerenden hun respectieve roerende goederen hebben vermengd,is de schuldeiser van hen niet verplicht deze goederen te onderscheiden of af te scheiden,hetgeen onmogelijk is geworden tengevolge van de vermenging die de concubinerenden zelf hebben bewerkstelligd. De schuldeiser kan derhalve beslag leggen op de goederen die de concubinerenden aldus bezitten,tenzij de concubinerende die geen schuldenaar is,bewijst dat hij alleen eigenaar is van het geheel of een deel van de goederen‘(Cass. 10 juni 1976,Pas. 1976,I,1101,Arr.Cass. 1976,1135,R.W. 1976-77,601,T.Not. 1976,283,R.G.E.N. 1976,nr.22148).

Wat geldt voor concubinerenden geldt voor elke vorm van boedelvermenging.