Subsidiair aan voorgaande redenering zitten we nog met de eventuele bewijskracht van die e-mail.
Art. 2281. Wanneer een kennisgeving... wordt ook een kennisgeving per...elektronische post of enig ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde, als een schriftelijke kennisgeving beschouwd. (B.W.)
Klopt, maar dan moet men kunnen aantonen dat betreffende kennisgeving ook effectief door de betrokkene verzonden is. Dit kan niet sluitend worden aangetoond, tenzij een onderzoeksrechter opdracht geeft om de gegevens bij de provider op te vragen, wat in dergelijke zaken niet gebeurt.
Het kan helpen om je bewijsvoering kracht bij te zetten, zo'n mail, maar in zaken betreffende het recht op persoonlijk contact tussen ouder en kind, is dit slechts van ondergeschikt belang.