Hallo,
Tijdens de les hoorde ik onze prof Staatsrecht zeggen dat de elektronische post niet beschouwd wordt als "post", waardoor deze niet vatbaar is voor schending van het briefgeheim. Nu weet ik niet meer zozeer of ik het wel goed verstaan heb.
Nu zit ik met volgende vraag: stel ik stuur iemand een mail (bvb op het werk, op school) en iemand stuurt deze mail door naar anderen (bvb de collega's op het werk, de medestudenten)... Is hier, a posteriori, iets tegen te doen?
Ik vind in mijn cursus niet zo direct meer de passage terug waar ik eerder meende een uitleg te hebben zien staan, maar ik hoop alsnog dat iemand me kan helpen met een iets meer uitgebreide uitleg?
Concreet: iemand stuurt een (persoonlijke) e-mail door naar andere mensen (die al dan niet het "slachtoffer" kennen en waar er dus eventueel wel sprake is van schending van de privacy).
M.i. heeft een mail of eender welke andere vorm van elektronische communicatie, toch een persoonlijk karakter, waardoor dit toch in aanmerking zou moeten kunnen komen voor privacy-bescherming?
Dit zou je nog kunnen doortrekken naar SMS'jes, MSN-gesprekken, chatboxen, ... Bestaat hieromtrent enige rechtspraak en/of rechtsleer?
Alvast bedankt!