Dienst Burgerzaken speelt met de voeten?

LegalLimbo
Topic Starter
Berichten: 114

Dienst Burgerzaken speelt met de voeten?

#1 , 12 feb 2014 14:11

Beste,

Mijn Oegandese schoonbroer heeft in oktober een verklaring wettelijke samenwoning ingediend bij Stad Gent en heeft tot op heden nog geen bericht noch ontvangstbewijs gekregen. Na inschakelen van een advocaat, die zich beriep op een termijn van twee maanden volgens art. 1476 quater om een antwoord te bekomen, en aanschrijven van stad Gent in januari kwam deze maand eindelijk antwoord. Het antwoord gaat als volgt:


Geachte heer,

In antwoord van uw schrijven van 7 januari kan ik u melden dat niet kan worden overgegaan tot het afleveren van een ontvangstbewijs m.b.t. de verklaring wettelijke samenwoning van de heer X en mevrouw Y.

In navolging van art. 1476 BW dient de ambtenaar burgerlijke stand na te gaan of beide partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake wettelijke samenwoning. Om dit vast te stellen dient vooreerst de identiteit van de betrokkene vast te staan.

De stukken voorgelegd met betrekking tot de vaststelling van de identiteit maken momenteel deel uit van een onderzoek naar de echtheid ervan.

Zolang dit onderzoek niet afgerond is kan de identiteit van betrokkene derhalve niet vastgesteld worden en kan de verklaring wettelijke samenwoonst niet in ontvangst genomen worden.

u refereert naar de nieuwe wetgeving, met name invoering van art. 1476bis t.e.m. quinques. In het huidige stadium is dit nog niet aan de orde. Zodra de verklaring wettelijke samenwoonst in ontvangst genomen kan worden kan, indien noodzakelijk blijkt, alsnog de toepassing van artikel 1476quater gemaakt worden.


In artikel 1476 BW staat echter nergens dat eerst een onderzoek nodig is naar de voorgelegde documenten vooraleer een ontvangstbewijs kan worden afgegeven. Ten hoogste staat er "De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na of beide partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake de wettelijke samenwoning en maakt in voorkomend geval melding van de verklaring in het bevolkingsregister." Wij vermoeden sterk dat er racisme speelt, aangezien er:

1. geen ontvangstbewijs werd afgegeven
2. op de maandenlange vragen wat de stand ermee was niemand van de burgerlijke stand een antwoord wou geven, de verantwoordelijke was altijd even weg
3. men zei dat men wachtte "op een beslissing in Brussel"
4. het totaal ongeloofwaardig is dat een onderzoek naar de echtheid van de documenten maanden in beslag neemt, er gaat toch niemand dat persoonlijk gaan controleren in Oeganda. Verder is bij het naar hier komen om te studeren zijn geboortebewijs toch al voorgelegd en aanvaard.
5. indien er twijfel is over de documenten of over de oprechtheid volgens artikelen 1476bis en 1476ter, dan blijkt mijns insziens duidelijk uit de wet (1476 quater) dat de ambtenaar van de burgerlijke stand pas advies inwint bij de procureur NA de afgifte van het in artikel 1476, § 1 bedoelde ontvangstbewijs, niet dat hij dergelijk advies of onderzoek moet vragen VOOR afgifte van een ontvangstbewijs.

Wat kan hiertegen echter gedaan worden?


http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_lo ... 1804032133



TOEKOMSTIG RECHT

Art. 1476. <W 1998-11-23/35, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Een verklaring van wettelijke samenwoning wordt afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.
Dat geschrift bevat de volgende gegevens :
1° de datum van de verklaring;
2° de naam, de voornamen, de plaats en de datum van geboorte en de handtekening van beide partijen;
3° de gemeenschappelijke woonplaats;
4° de vermelding van de wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen;
5° de vermelding dat beide partijen vooraf kennis hebben genomen van de inhoud van de artikelen 1475 tot 1479;
6° [1 ...]1
De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na of beide partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake de wettelijke samenwoning en maakt in voorkomend geval melding van de verklaring in het bevolkingsregister.
(Artikel 64, §§ 3 en 4, is van overeenkomstige toepassing op de akten van de burgerlijke stand en de bewijzen, die, in voorkomend geval, worden gevraagd tot staving dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden.) <W 2005-12-03/33, art. 3, 015; Inwerkingtreding : 01-02-2006>
§ 2. De wettelijke samenwoning houdt op wanneer een van de partijen in het huwelijk treedt of overlijdt, of wanneer er een einde aan wordt gemaakt overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf.
De wettelijke samenwoning kan worden beëindigd hetzij in onderlinge overeenstemming door de samenwonenden, hetzij eenzijdig door een van de samenwonenden door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bepaald in het volgende lid. Dit geschrift bevat de volgende gegevens :
1° de datum van de verklaring;
2° de naam, de voornamen, de plaats en de datum van geboorte van beide partijen en de handtekening van beide partijen of van de partij die de verklaring aflegt;
3° de woonplaats van beide partijen;
4° de vermelding van de wil de wettelijke samenwoning te beëindigen.
De verklaring van de beëindiging in onderlinge overeenstemming wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van beide partijen of, indien de partijen geen woonplaats hebben in dezelfde gemeente, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van één van hen. In dat geval geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand kennis van de beëindiging binnen acht dagen bij aangetekende brief aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van de andere partij.
De eenzijdige verklaring van de beëindiging wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van beide partijen of, indien de partijen geen woonplaats hebben in dezelfde gemeente, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van de partij die de verklaring aflegt. De ambtenaar van de burgerlijke stand betekent binnen acht dagen de beëindiging bij gerechtsdeurwaardersexploot aan de andere partij en in voorkomend geval geeft hij er kennis van bij aangetekende brief binnen dezelfde termijn aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van de andere partij.
In elk geval moeten de kosten van de betekening en de kennisgeving vooraf worden betaald door hen die de verklaring afleggen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt melding van de beëindiging van de wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister.
----------
(1)<W 2013-01-14/16, art. 5, 026; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-09-2015>

Art. 1476bis. [1 Er is geen wettelijke samenwoning wanneer, ondanks de geuite wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van beide partijen kennelijk enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van wettelijk samenwonende.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-06-02/08, art. 8, 027; Inwerkingtreding : 03-10-2013>

Art. 1476ter. [1 Er is evenmin een wettelijke samenwoning wanneer deze wordt aangegaan zonder vrije toestemming van beide wettelijk samenwonenden of de toestemming van minstens een van de wettelijk samenwonenden werd gegeven onder geweld of bedreiging.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-06-02/08, art. 9, 027; Inwerkingtreding : 03-10-2013>

Art. 1476quater. [1 De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning indien hij vaststelt dat de verklaring betrekking heeft op een in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde situatie.
Indien er een ernstig vermoeden bestaat dat de verklaring betrekking heeft op een in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde situatie, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand, de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning uitstellen, na eventueel het advies van de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de partijen voornemens zijn de verklaring van wettelijke samenwoning af te leggen, te hebben ingewonnen, gedurende ten hoogste twee maanden vanaf de afgifte van het in artikel 1476, § 1 bedoelde ontvangstbewijs, teneinde bijkomend onderzoek te verrichten. De procureur des Konings kan deze termijn verlengen met hoogstens drie maanden. In dat geval, geeft hij van zijn beslissing kennis aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de belanghebbende partijen ervan in kennis stelt.
Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand binnen de in het tweede lid bepaalde termijn geen definitieve beslissing heeft genomen, dient hij onverwijld melding van de verklaring van wettelijke samenwoning te maken in het bevolkingsregister.
In geval van een in het eerste lid bedoelde weigering, brengt de ambtenaar van de burgerlijke stand, zijn met redenen omklede beslissing onverwijld ter kennis van de belanghebbende partijen. Terzelfdertijd wordt een afschrift hiervan, samen met een kopie van alle nuttige documenten, verzonden naar de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de beslissing tot weigering genomen werd en aan de Dienst Vreemdelingenzaken.
Tegen de weigering door de ambtenaar van de burgerlijke stand om van de verklaring van wettelijke samenwoning melding te maken, kan door de belanghebbende partijen binnen de maand na de kennisgeving van deze beslissing beroep worden aangetekend bij de rechtbank van eerste aanleg.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-06-02/08, art. 10, 027; Inwerkingtreding : 03-10-2013>

Art. 1476quinquies. [1 § 1. In de in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde gevallen, kan een vordering tot nietigverklaring worden ingesteld door de wettelijk samenwonenden zelf en door allen die daarbij belang hebben.
De procureur des Konings vordert de nietigheid van een dergelijke wettelijke samenwoning.
Elk exploot van betekening van een vonnis of arrest dat een wettelijke samenwoning nietig verklaart, wordt door de optredende gerechtsdeurwaarder onmiddellijk in afschrift meegedeeld aan de griffier van het gerecht dat de beslissing heeft uitgesproken.
Wanneer de nietigheid van de wettelijke samenwoning is uitgesproken bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest, stuurt de griffier, onverwijld een uittreksel bevattende het beschikkende gedeelte en de vermelding van de dag van het in kracht van gewijsde treden van het vonnis of arrest aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van woonplaats van beide partijen of, indien de partijen geen woonplaats hebben in dezelfde gemeente, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van elk van hen en aan de Dienst Vreemdelingenzaken.
De griffier brengt de partijen hiervan in kennis.
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt onverwijld melding van de nietigverklaring van de wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister.
§ 2. De in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde wettelijke samenwoning, die nietig verklaard is, heeft niettemin gevolgen ten voordele van de partij die de wettelijke samenwoning te goeder trouw is aangegaan.
Ze heeft eveneens gevolgen ten voordele van de kinderen, ook al is geen van beide partijen te goeder trouw geweest.]1

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
j.demoor
Berichten: 10360

#2 , 14 feb 2014 08:24

“Art.14...§ 3. Wanneer een administratieve overheid verplicht is te beschikken en er bij het verstrijken van een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de haar daartoe door een belanghebbende betekende aanmaning geen beslissing is getroffen, wordt het stilzwijgen van de overheid geacht een afwijzende beslissing te zijn waartegen beroep kan worden ingesteld. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de bijzondere bepalingen die een andere termijn vaststellen of aan het stilzwijgen van de administratieve overheid andere gevolgen verbinden.”(12 JANUARI 1973. - Gecoördineerde wetten op de Raad van State)

‘De stukken voorgelegd met betrekking tot de vaststelling van de identiteit maken momenteel deel uit van een onderzoek naar de echtheid ervan’ is binnen redelijke grenzen verantwoord.

Worden die grenzen overschreden maak dan toepassing van voornoemd art.14,§3.

Voor de artikelen 1476bis,ter en quater geldt : (1)<Ingevoegd bij W 2013-06-02/08, art. 10, 027; Inwerkingtreding : 03-10-2013>
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/

LegalLimbo
Topic Starter
Berichten: 114

#3 , 14 feb 2014 09:15

“Art.14...§ 3. Wanneer een administratieve overheid verplicht is te beschikken en er bij het verstrijken van een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de haar daartoe door een belanghebbende betekende aanmaning geen beslissing is getroffen, wordt het stilzwijgen van de overheid geacht een afwijzende beslissing te zijn waartegen beroep kan worden ingesteld. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de bijzondere bepalingen die een andere termijn vaststellen of aan het stilzwijgen van de administratieve overheid andere gevolgen verbinden.”(12 JANUARI 1973. - Gecoördineerde wetten op de Raad van State)
De argumentatie van hen is dat zij niet gebonden zijn aan de termijn van twee maanden na het afgeven van een ontvangstbewijs daar zij dat weigeren af te geven tot er duidelijkheid is over de echtheid van de identiteitsdocumenten. Voor het controleren van identiteitsdocumenten vind ik geen termijn terug, althans niet voor samenwonen. Voor huwelijk lijkt er een termijn te bestaan van drie maanden, naar ik mij meen te herinneren tegengekomen te zijn.
‘De stukken voorgelegd met betrekking tot de vaststelling van de identiteit maken momenteel deel uit van een onderzoek naar de echtheid ervan’ is binnen redelijke grenzen verantwoord.
Dit lijkt voor het huwelijk te kunnen gedaan worden, daar lijkt wetgeving rond naar ik mij meen te herinneren.

Wat is verder betekende aanmaning? Een aangetekend schrijven of een gewone brief/email om een beslissing te nemen? Zijn advocaat heeft reeds in januari aangemaand om een beslissing te nemen, betekent dit dat er nog drie maand dient gewacht te worden vooraleer beroep kan worden aangetekend (en hoe gaat dat dan in zijn werk)? Mijn probleem is eerder dat er geen correcte procedure lijkt gevolgd te zijn, er had mijns insziens een ontvangstbewijs gegeven moeten worden en als er dan twijfel bestaat of meer onderzoek vereist is alvorens het samenwonen in te schrijven, dan had men verder betrokkene daarvan ook moeten inlichten en binnen de twee maand met een beslissing komen.

Reclame

Terug naar “Huwelijk & Samenwoning”