jeugdrechtbank
Geplaatst: 18 nov 2005 13:39
door plop
kan een rechter die een vonnis uitspreekt nadien een brief sturen met andere maatregelen dan ze in haar eigen vonnis uitspreekt.
de brief is toegekomen met de gewone post en in plaats van zoals in het vonnis vermeld staat een weekend om de twee weken bezoekrecht zegt ze nu een neutrale bezoekrumte in te schakelmen wachttijd 5 maanden voor ik als moeder mijn kinderen terugzie .
De ene zegt de brief is niet rechtsgeldig het is het vonnis dat telt en de andere zegt dat de brief wel telt als het om een verduideliking van het vonnis gaat dit is echter niet het geval want in plaats van een weekend om de twee weken heb ik nu nog 2 uurtjes misschien binnen een maand of 5
Geplaatst: 18 nov 2005 23:02
door Lex
Ik vermoed dat het om een materi?le vergissing gaat, deze kan worden afgedaan en rechtgezet.
Zie art. 793 tem. 801 Gerechtelijk wetboek.
Geplaatst: 24 nov 2005 12:06
door Gast
Ik vermoed dat het om een materi?le vergissing gaat, deze kan worden afgedaan en rechtgezet.
Zie art. 793 tem. 801 Gerechtelijk wetboek.
geld dit ook ik een beschermingsdossier van de jeugdrechtbank
Geplaatst: 28 nov 2005 11:25
door gescheiden vader
Plop, neem een copie van het vonnis en van de brief en ga ermee naar de rechtbank: doe het best na de middag, want 's voormiddags zijn er veel zittingen en dan is het er druk. Ga naar de griffie, en vraag aan de griffier om na te kijken wat geldig is: het vonnis of de brief.
Neem het origineel vonnis niet mee, want dat mag je in geen geval aan iemand afgeven.
Zoals iemand anders zei: waarschijnlijk is het een vergissing = is jouw dossier gemixt met een ander dossier.
Als het toch dat beperkt omgangsrecht is zoals in de brief staat moet je in beroep gaan, en dat doe je op basis van Artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek dat zegt dat omgang met je kind(eren) slechts in uitzonderlijke omstandigheden mag geweigerd worden. Je kan ook Artikel 9 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind als argument gebruiken (zie www . kinderrechten.be, dan documenten, dan IVRK).
Dit is de volledige tekst van 374 B.W.; ik heb wat belangrijk is in 't vet gezet:
Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen en geldt het in artikel 373, tweede lid, bepaalde vermoeden.
Bij gebreke van overeenstemming over de organisatie van de huisvesting van het kind, over de belangrijke beslissingen betreffende zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn opleiding en zijn ontspanning en over de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes of wanneer deze overeenstemming strijdig lijkt met het belang van het kind, kan de bevoegde rechter de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan ??n van beide ouders.
Hij kan eveneens bepalen welke beslissingen met betrekking tot de opvoeding alleen met instemming van beide ouders kunnen worden genomen.
Hij bepaalt de wijze waarop de ouder die niet het ouderlijk gezag uitoefent, persoonlijk contact met het kind onderhoudt. Dat persoonlijk contact kan enkel om bijzonder ernstige redenen worden geweigerd. De ouder die niet het ouderlijk gezag uitoefent, behoudt het recht om toezicht te houden op de opvoeding van het kind. Hij kan bij de andere ouder of bij derden alle nuttige informatie hieromtrent inwinnen en zich in het belang van het kind tot de jeugdrechtbank wenden.
In elk geval bepaalt de rechter de wijze waarop het kind wordt gehuisvest en de plaats waar het in het bevolkingsregister wordt ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf.