<W 2006-07-01/75, art. 8, 030; Inwerkingtreding : 01-07-2007> Wanneer het vaderschap niet vaststaat krachtens de artikelen 315 of 317, kan de vader het kind erkennen onder de bij artikel 329bis bepaalde voorwaarden.
In dit geval staat het vaderschap vast krachtens art. 315 B.W. (Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of de nietigverklaring van het huwelijk, heeft de echtgenoot tot vader). U kan het kind dus (voorlopig) niet erkennen.
U kan wel het vaderschap betwisten (ontkenning vaderschap): Art. 318. <W 2006-07-01/75, art. 7, 030; Inwerkingtreding : 01-07-2007> § 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en de persoon die het vaderschap van het kind opeist.
U moet dus niet wachten op een vordering van de juridische vader. U kan zelf dezelfde vordering instellen.
@ Mariette: de wet is veranderd sinds hetgeen je met die vriend hebt meegemaakt ... Er was ooit een tijd dat enkel de juridische vader een procedure tot ontkenning van vaderschap kon doen. In die tijd kon men ook een kind erkennen, al stond het vaderschap vast op grond van de regel: de vader is wie gehuwd is met de moeder.