#3 , 13 aug 2014 13:15
“Art.1289.§ 1. Wanneer de echtgenoten al meer dan zes maanden gescheiden leven op de dag van de neerlegging van het verzoekschrift, en de in § 3 bepaalde persoonlijke verschijning niet wordt bevolen, verloopt de procedure schriftelijk...”(Gerechtelijk Wetboek=Ger.W.).
Ik ga ervan uit dat u niet meer dan zes maanden gescheiden leefde op de dag van de neerlegging van het verzoekschrift.
De procedure verloopt dus niet schriftelijk. Verschijnt uw echtgenote niet dan komt geen echtscheiding door onderlinge toestemming tot stand.
Niets belet u in dat geval over te gaan tot echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting(art.1254 e.v. Ger.W; en art.229 Burgerlijk Wetboek = B.W.).
“Art.1255...§ 2. Indien de echtscheiding gevorderd wordt door één van de echtgenoten met toepassing van artikel 229, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, spreekt de rechter de echtscheiding uit als hij vaststelt dat de partijen sinds meer dan één jaar feitelijk gescheiden zijn. Als de partijen niet langer dan een jaar feitelijk gescheiden zijn, stelt de rechter een nieuwe zitting vast. Deze heeft plaats op een datum die onmiddellijk volgt op het verstrijken van de termijn van een jaar, of een jaar na de eerste zitting. Tijdens deze zitting spreekt de rechter de echtscheiding uit indien een van de partijen erom verzoekt...”(Ger.W.).
“Art.301.§ 1. Onverminderd artikel 1257 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen de echtgenoten op elk ogenblik overeenkomen omtrent de eventuele uitkering tot levensonderhoud, het bedrag ervan en de nadere regels volgens welke het overeengekomen bedrag zal kunnen worden herzien.§ 2. Bij gebrek aan overeenkomst zoals bedoeld in § 1, kan de rechtbank in het vonnis dat de echtscheiding uitspreekt of bij een latere beslissing, op verzoek van de behoeftige echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud toestaan ten laste van de andere echtgenoot. De rechtbank kan het verzoek om een uitkering weigeren indien de verweerder bewijst dat verzoeker een zware fout heeft begaan die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt...§ 5. Indien de verweerder aantoont dat de staat van behoefte van verzoeker het gevolg is van een eenzijdig door deze laatste genomen beslissing en zonder dat de noden van de familie deze keuze gerechtvaardigd hebben, kan hij worden ontheven van het betalen van de uitkering of slechts verplicht worden tot het betalen van een verminderde uitkering...”(B.W.).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/