Ja, dat kan.
Zowel de kinderen als de schoonkinderen zijn onderhoudsplichtig ten aanzien van hun (schoon)ouders. Het kind is onderhoudsplichtig op grond van art. 205 BW; het schoonkind op grond van art. 206 BW.
Het OCMW kan afwijken van de verplichte terugvordering om reden van billijkheid.
Voorbeeld:
De jarenlange verbreking van het contact tussen ouders en kinderen; financiële lasten van de onderhoudsplichtige; een slechte relatie tussen de begunstigde en de onderhoudsplichtige; de slechte gezondheidstoestand van de onderhoudsplichtige of van zijn gezinslid; het reeds betalen van een terugvordering; verspilling door de begunstigde; weigering van hulp door de begunstigde; het feit dat de kinderen nooit door hun eigen ouders werden opgevoed of dat de begunstigde t.g.v. verspilling hulp behoeft, terwijl de onderhoudsplichtigen steeds vooruitziend en spaarzaam hebben geleefd.
U kan een en ander
hier over lezen.
Nog:
Elementen die de personen of familie betreffen: het feit dat de begunstigde zijn verplichting niet is nagekomen tegenover de onder-houdsplichtigen of hen het leven moeilijk heeft gemaakt; het gevaar dat een gestoorde gezinsrelatie nooit meer hersteld zal geraken; het feit dat de onderhoudsplichtigen de begunstigde reeds helpen of reeds geholpen hebben; en het feit dat de begunstigde in grote nood verkeert en hulp blijft weigeren indien er sprake is van terugvorde-ring; het feit dat de begunstigde ten gevolge van verspilling hulp behoeft terwijl de onderhoudsplichtigen steeds vooruitziend en spaarzaam hebben geleefd, enz. De bovenvermelde voorbeelden zijn -naast andere -ernstige elementen die het O.C.M.W. niet zonder meer naast zich kan leggen bij het treffen van zijn beslissing aangaande terugvordering. Zij kunnen echter ook doorkruist worden door andere elementen in tegengestelde zin, zoals bijvoorbeeld de graad van welstand van de onderhoudsplichtigen, het feit dat deze zich nooit het lot van de begunstigde hebben aangetrokken, enz. Het is de taak van het O.C.M.W. een beslissing te treffen in eer en geweten, na onderzoek van alle concrete elementen en in het besef dat vele burgers eerder geneigd zijn zich zo mogelijk aan betaling te onttrekken"(B.S., 24 mei 1984, p. 7546).
[Bron: Prof. P. Senaeve, KUL]