Ik kan er ook niet aan doen dat je het niet begrijot.
Ik hoef niets te begrijpen. De wet is wat ze is. Daar staat duidelijk dat een auteur zich niet kan verzetten tegen een parodie. De definitie van een parodie wordt nergens in de wet exact beschreven, en zal bij discussie dus door een rechter beoordeeld worden. Jij speelt hier zelf rechter door te beweren dat een parodie nooit kan bestaan uit bijvoorbeeld een montage van originele beelden waar ander geluid / andere stemmen op gezet zijn / anders ondertiteld werd, maar je kan nergens met een wettekst aantonen dat dit zo is. Je spreekt gewoon uit eigen buikgevoel en sleurt er uitspraken van eerdere zaken bij, die louter iets zeggen over die specifieke zaak, maar niet over eventuele andere gevallen.
En als ik je daar dan op wijs, kan je enkel reageren met "je begrijpt het niet". Tja, zwak argument, hoor...