Personenbelasting en vergoedingen eigen geplaatste laadpaal
Geplaatst: 02 feb 2023 12:20
Situatie
Particulier met een "eigen betaalde" laadpaal.
Particulier heeft IJ2020/AJ2021 genoten van de fiscale premie installatie laadpaal bij particulieren.
Laadpaal staat als voorbereiding van omschakeling prive of bedrijfswagen EV binnen dit en enkele jaren
De laadpaal is aangesloten op een zogenaamde MSP platform, hierdoor is deze paal functioneel gelijkend op een publieke laadpaal op kerkpkleinen of steden. Dat wil zeggen dat een bezoeker met een laadpas een sessie kan starten.
De MSP regelt dan het doorrekenen van de tarieven aan de laadpasaanbieder, de laadpasaanbieder op zijn beurt factureert (evt met marge) naar de laadpashouder.
De particulier met de laadpaal krijgt dan iedere maand een factuur (credit nota) "Invoice income charge-station" met daarop een lijn "Compensation of charge sessions for month", het aantal sessies, de kWh's totaal en het totaal bedrag. De MSP is in dit geval gevestigd in Amsterdam, Nederland.
Misschien een detail: er staat niks van BTW vermeld op de invoice/credit nota.
Vraag:
Hoe zit dit belastingtechnisch?
Moet de particulier de vergoeding die hij hiervoor krijgt aangeven op PB?
Vanaf of tot welk bedrag?
Bronnen en achtergrond artikelen:
Achtergrond artikelen/fiscale nota's maar geen specifieke meldingen over de vergoedingen die gegenereerd worden door gebruik van de paal en PB:
https://eservices.minfin.fgov.be/myminf ... oc90900632
3. Opladen van elektrische voertuigen via een laadstation
-->
3.1.1. (Semi-)publieke laadstations
In dergelijke gevallen sluit een consument gewoonlijk een overeenkomst met een uitgever van een laadabonnement, een laadpass of app: de e-mobility service provider (ook wel 'eMP' of 'eMSP' genoemd). De eMP zorgt ervoor dat de consument toegang krijgt tot een (semi-)publiek laadstation via laadkaarten of mobiele apps. De eMP zorgt er ook voor dat een consument een laadstation kan reserveren, verstrekt informatie aan de consument over het laadstation, voorziet in een telefonische helpdesk, enz.
De eMP factureert de consument voor deze diensten, inclusief het opladen van elektriciteit.
Om de prestaties te kunnen aanbieden sluit de eMP overeenkomsten af met verschillende operatoren van laadstations, de charge point operators ('CPO'). Hoewel de CPO niet noodzakelijk de eigenaar is van deze laadstations, staat zij wel in eigen naam in voor het operationele beheer van deze laadstations.
De CPO verstrekt aan de eMP informatie over de laadstations (o.a. beschikbaarheid van het laadstation, de locatie, type laadstation, beschikbare parking, enz.), hij zorgt ervoor dat er toegang is tot de laadstations, biedt eventueel technische ondersteuning ter plaatse aan, en zorgt voor het elektrisch opladen van de voertuigen.
De CPO factureert de eMP voor al deze laaddiensten, inclusief het opladen van elektriciteit.
-->
Binnen de schoot van het btw-comité werd de vraag gesteld hoe de prestaties van de CPO ten aanzien van de eMP kwalificeren voor btw-doeleinden. Het btw-comité heeft bij unanimiteit beslist dat het opladen van de batterij als hoofdelement van de prestatie beschouwd moet worden, aangezien het enige doel van de bijkomende laaddiensten erin bestaan om de toegang van elektrische wagens tot het laadstation te faciliteren met als doel het opladen van de batterij van de elektrische wagen. Deze laaddiensten worden voor btw-doeleinden dan ook als bijkomstig bij de levering van de elektriciteit beschouwd waardoor de volledige prestatie als een levering van een goed moet worden beschouwd (richtsnoer genomen naar aanleiding van het 113de btw-comité van 03.06.2019 – document A – taxud.c.1(2019)6589787 – 972).
3.1.2.2. Btw-gevolgen in hoofde van de werknemer
In het geval een werknemer een bedrag ontvangt voor de elektriciteit die via het laadstation werd opgeladen, is er sprake van een levering onder bezwarende titel van een goed.
Indien de betrokken werknemer evenwel geen andere activiteit heeft waarvoor hij btw-belastingplichtige is en de voertuigen die via het laadstation worden opgeladen, andere dan de eigen voertuigen van de betrokken werknemer, toebehoren tot of geleased worden door de werkgever van de betrokken persoon (of een ander lid van diens gezin), gaat de administratie ervan uit dat die werknemer ten aanzien van zijn leveringen van elektriciteit, gelet op de geringe omvang ervan, geen economische activiteit uitoefent in de zin van artikel 4 van het Btw-Wetboek en heeft hij derhalve niet de hoedanigheid van btw-belastingplichtige. Bedoelde leveringen van elektrische stroom zijn bijgevolg niet onderworpen aan de btw.
Indien de betrokken werknemer wel een andere activiteit uitoefent waarvoor hij btw-belastingplichtige is en de voertuigen die via het laadstation worden opgeladen, andere dan de eigen voertuigen van de betrokken werknemer, toebehoren tot of geleased worden door de werkgever van de betrokken persoon (of een ander lid van diens gezin), gaat de administratie er eveneens van uit dat betreffende leveringen van elektriciteit geen deel uitmaken van zijn normale economische activiteit. De inkomsten die de werknemer van de werkgever ontvangt zijn in dat geval namelijk niet het gevolg van een actief beheer van het laadstation door de werknemer en vallen bijgevolg buiten de werkingssfeer van de btw. De werknemer wordt ook onder deze omstandigheden geacht als niet-belastingplichtige te handelen.
Mocht het laadstation door de werknemer ter beschikking worden gesteld aan het brede publiek, zal rekening gehouden moeten worden met de feitelijke omstandigheden waaruit zal moeten blijken in welke mate er nog steeds sprake is van een economische activiteit met geringe omvang die er niet toe leidt dat men de hoedanigheid van btw-belastingplichtige verkrijgt.
Dan hier ook nog een parlementaire vraag van Vandenbroucke Joris, maar dit legt zich eerder toe op de relatie werkgever/werknemer en een prive/eigen betaalde laadpaal.
https://eservices.minfin.fgov.be/myminf ... lektrische
Particulier met een "eigen betaalde" laadpaal.
Particulier heeft IJ2020/AJ2021 genoten van de fiscale premie installatie laadpaal bij particulieren.
Laadpaal staat als voorbereiding van omschakeling prive of bedrijfswagen EV binnen dit en enkele jaren
De laadpaal is aangesloten op een zogenaamde MSP platform, hierdoor is deze paal functioneel gelijkend op een publieke laadpaal op kerkpkleinen of steden. Dat wil zeggen dat een bezoeker met een laadpas een sessie kan starten.
De MSP regelt dan het doorrekenen van de tarieven aan de laadpasaanbieder, de laadpasaanbieder op zijn beurt factureert (evt met marge) naar de laadpashouder.
De particulier met de laadpaal krijgt dan iedere maand een factuur (credit nota) "Invoice income charge-station" met daarop een lijn "Compensation of charge sessions for month", het aantal sessies, de kWh's totaal en het totaal bedrag. De MSP is in dit geval gevestigd in Amsterdam, Nederland.
Misschien een detail: er staat niks van BTW vermeld op de invoice/credit nota.
Vraag:
Hoe zit dit belastingtechnisch?
Moet de particulier de vergoeding die hij hiervoor krijgt aangeven op PB?
Vanaf of tot welk bedrag?
Bronnen en achtergrond artikelen:
Achtergrond artikelen/fiscale nota's maar geen specifieke meldingen over de vergoedingen die gegenereerd worden door gebruik van de paal en PB:
https://eservices.minfin.fgov.be/myminf ... oc90900632
3. Opladen van elektrische voertuigen via een laadstation
-->
3.1.1. (Semi-)publieke laadstations
In dergelijke gevallen sluit een consument gewoonlijk een overeenkomst met een uitgever van een laadabonnement, een laadpass of app: de e-mobility service provider (ook wel 'eMP' of 'eMSP' genoemd). De eMP zorgt ervoor dat de consument toegang krijgt tot een (semi-)publiek laadstation via laadkaarten of mobiele apps. De eMP zorgt er ook voor dat een consument een laadstation kan reserveren, verstrekt informatie aan de consument over het laadstation, voorziet in een telefonische helpdesk, enz.
De eMP factureert de consument voor deze diensten, inclusief het opladen van elektriciteit.
Om de prestaties te kunnen aanbieden sluit de eMP overeenkomsten af met verschillende operatoren van laadstations, de charge point operators ('CPO'). Hoewel de CPO niet noodzakelijk de eigenaar is van deze laadstations, staat zij wel in eigen naam in voor het operationele beheer van deze laadstations.
De CPO verstrekt aan de eMP informatie over de laadstations (o.a. beschikbaarheid van het laadstation, de locatie, type laadstation, beschikbare parking, enz.), hij zorgt ervoor dat er toegang is tot de laadstations, biedt eventueel technische ondersteuning ter plaatse aan, en zorgt voor het elektrisch opladen van de voertuigen.
De CPO factureert de eMP voor al deze laaddiensten, inclusief het opladen van elektriciteit.
-->
Binnen de schoot van het btw-comité werd de vraag gesteld hoe de prestaties van de CPO ten aanzien van de eMP kwalificeren voor btw-doeleinden. Het btw-comité heeft bij unanimiteit beslist dat het opladen van de batterij als hoofdelement van de prestatie beschouwd moet worden, aangezien het enige doel van de bijkomende laaddiensten erin bestaan om de toegang van elektrische wagens tot het laadstation te faciliteren met als doel het opladen van de batterij van de elektrische wagen. Deze laaddiensten worden voor btw-doeleinden dan ook als bijkomstig bij de levering van de elektriciteit beschouwd waardoor de volledige prestatie als een levering van een goed moet worden beschouwd (richtsnoer genomen naar aanleiding van het 113de btw-comité van 03.06.2019 – document A – taxud.c.1(2019)6589787 – 972).
3.1.2.2. Btw-gevolgen in hoofde van de werknemer
In het geval een werknemer een bedrag ontvangt voor de elektriciteit die via het laadstation werd opgeladen, is er sprake van een levering onder bezwarende titel van een goed.
Indien de betrokken werknemer evenwel geen andere activiteit heeft waarvoor hij btw-belastingplichtige is en de voertuigen die via het laadstation worden opgeladen, andere dan de eigen voertuigen van de betrokken werknemer, toebehoren tot of geleased worden door de werkgever van de betrokken persoon (of een ander lid van diens gezin), gaat de administratie ervan uit dat die werknemer ten aanzien van zijn leveringen van elektriciteit, gelet op de geringe omvang ervan, geen economische activiteit uitoefent in de zin van artikel 4 van het Btw-Wetboek en heeft hij derhalve niet de hoedanigheid van btw-belastingplichtige. Bedoelde leveringen van elektrische stroom zijn bijgevolg niet onderworpen aan de btw.
Indien de betrokken werknemer wel een andere activiteit uitoefent waarvoor hij btw-belastingplichtige is en de voertuigen die via het laadstation worden opgeladen, andere dan de eigen voertuigen van de betrokken werknemer, toebehoren tot of geleased worden door de werkgever van de betrokken persoon (of een ander lid van diens gezin), gaat de administratie er eveneens van uit dat betreffende leveringen van elektriciteit geen deel uitmaken van zijn normale economische activiteit. De inkomsten die de werknemer van de werkgever ontvangt zijn in dat geval namelijk niet het gevolg van een actief beheer van het laadstation door de werknemer en vallen bijgevolg buiten de werkingssfeer van de btw. De werknemer wordt ook onder deze omstandigheden geacht als niet-belastingplichtige te handelen.
Mocht het laadstation door de werknemer ter beschikking worden gesteld aan het brede publiek, zal rekening gehouden moeten worden met de feitelijke omstandigheden waaruit zal moeten blijken in welke mate er nog steeds sprake is van een economische activiteit met geringe omvang die er niet toe leidt dat men de hoedanigheid van btw-belastingplichtige verkrijgt.
Dan hier ook nog een parlementaire vraag van Vandenbroucke Joris, maar dit legt zich eerder toe op de relatie werkgever/werknemer en een prive/eigen betaalde laadpaal.
https://eservices.minfin.fgov.be/myminf ... lektrische