#27 , 21 apr 2020 11:10
Misbruik maken van de 'goedgelovigheid ' van de vader in dit geval is / kan ook oplichting zijn daarom dat een aantal doorvraagt ... en dan kwamen er een gekende bank en hun incassobureau boven en een 'gedeeltelijk' verborgen naam - van diegene die is langs geweest.
Door de antwoorden heeft poster gedaan wat moet en is zaak opgelost. Aan feit dat er mogelijk enkele termijnen niet betaald werden daar is via PB ook op gewezen en dat blijkt nu het geval te zijn.
Dus zaak uitgeklaard en nu kan TS mogelijk zaak in éénmaal oplossen. Wat is er fout gegaan. Starten met denken van het ergste???
Trouwens volledige tekst van art 496 strafwetboek is
Art. 496.Hij die, met het oogmerk om zich een zaak toe te eigenen die aan een ander toebehoort, zich gelden, roerende goederen, verbintenissen, kwijtingen, schuldbevrijdingen doet afgeven of leveren, hetzij door het gebruik maken van valse namen of valse hoedanigheden, hetzij door het aanwenden van listige kunstgrepen om te doen geloven aan het bestaan van valse ondernemingen, van een denkbeeldige macht of van een denkbeeldig krediet, om een goede afloop, een ongeval of enige andere hersenschimmige gebeurtenis te doen verwachten of te doen vrezen of om op andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen of van de lichtgelovigheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot drieduizend [euro]. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
[1 Indien de in het eerste lid bedoelde feiten zijn gepleegd ten nadele van een persoon van wie de kwetsbare toestand ten gevolge van de leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid duidelijk was of de dader bekend was, wordt deze gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot drieduizend euro.]1
(Poging tot het wanbedrijf omschreven in het eerste lid wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot tweeduizend [euro].) <W 1993-06-16/35, art. 1, 1°, 009; Inwerkingtreding : 03-08-1993> <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(In de gevallen in de vorige leden omschreven kan de schuldige bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33.) <W 1993-06-16/35, art. 1, 2°, 009; Inwerkingtreding : 03-08