#8 , 23 feb 2015 15:30
Voor het beslag op roerende goederen worden deze vermeld in art. 1408 § 1Ger.Wb., namelijk :
1. op het nodige bed en beddegoed van de beslagene en van zijn gezin.
2. de kleren en het linnengoed volstrekt noodzakelijk voor hun persoonlijk gebruik alsmede
de meubelen nodig om deze op te bergen.
3. een wasmachine en strijkijzer voor het onderhoud van het linnen.
Een droogkast kan dus wel in beslag worden genomen.
4. de toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming van de gezinswoning.
5. de tafel en de stoelen die voor de familie een gemeenschappelijke maaltijd mogelijk
maken, alsook het vaatwerk en het huishoudgerei dat volstrekt noodzakelijk is voor het
gezin.
6. een meubel om het vaatwerk en het huishoudgerei op te bergen.
7. een toestel om warme maaltijden te bereiden.
8. een toestel om voedingsmiddelen te bewaren.
9. één verlichtingstoestel per bewoonde kamer.
Een garage of zolder wordt als niet bewoonde kamer aanschouwt, zodat alle eventuele
verlichtingstoestellen hier wel in beslag mogen worden genomen; een slaapkamer wordt
wel als bewoonde kamer aanschouwt.
10. de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor de mindervalide gezinsleden.
11. de voorwerpen die bestemd zijn om te worden gebruikt door de kinderen ten laste die
onder hetzelfde dak wonen.
Beslagr. Gent, 07 december 04, T.G.R. 2005, 46 : een CD-speler, DVD, video en televisie
blijven voor beslag vatbaar. De omstandigheid dat deze zaken ongetwijfeld mede
bestemd zijn om door de zeven inwonende kinderen te worden gebruikt, neemt niet weg
dat deze goederen niet volstrekt noodzakelijk zijn om de beslagene en zijn gezin een
menswaardig bestaan te waarborgen en evenmin vereist zijn om de kinderen een
menswaardige opvoeding te geven.
12. de gezelschapsdieren.
13. de voorwerpen en produkten die noodzakelijk zijn voor de lichaamsverzorging en voor het
onderhoud van de vertrekken.
Een eventuele voorraad hiervan wordt wel als beslagbaar aanzien.
14. het gereedschap dat nodig is voor het onderhoud van de tuin.
Nummers 1 tem. 14 met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen (bv. een pelsmantel is wel voor beslag vatbaar)
15. op de boeken en overige voorwerpen, nodig voor de voortzetting van studies of voor de
beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen te zijnen laste die onder
hetzelfde dak wonen.
16. op de goederen die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, tot een waarde
van 2.500 EUR op het tijdstip van het beslag en naar keuze van de beslagene, behalve
voor de betaling van de prijs van die goederen.
Deze regel is enkel inroepbaar door particulieren en niet door vennootschappen.
Bovendien is deze regel niet inroepbaar wanneer het beslag gebeurt op verzoek van de
onbetaalde verkoper (of eventuele derden welke in zijn rechten zijn gesubrogeerd) van
desbetreffende goederen
17. op de voorwerpen die dienen voor de uitoefening van de eredienst.
Deze voorwerpen zijn enkel onbeslagbaar wanneer ze zich bevinden in plaatsen waar
een eredienst wordt uitgeoefend. Staan zij bv. in een woonkamer als siervoorwerp dan
zijn ze beslagbaar aangezien ze duidelijk niet aangewend worden voor de uitoefening
van een eredienst.
18. op de levensmiddelen en brandstof die de beslagene en zijn gezin voor een maand nodig
hebben.
19. een koe, of twaalf schapen of geiten, naar keuze van de beslagene, alsmede een varken
en vierentwintig dieren van de hoenderhof, met het stro, voeder en graan, nodig voor het
strooisel en de voeding van dat vee gedurende één maand.
De hiervoor opgesomde goederen blijven voor beslag vatbaar indien zij zich op een andere plaats bevinden dan daar waar de beslagene gewoonlijk woont of werkt (art. 1408 § 2 Ger.Wb.).
Dus die lijst is het echte min.