Is de federale fiscus een bevoordeeld schuldeiser bij een voorstel van minnelijke aanzuiveringsregeling ( voorlopige regeling van één jaar ).
Als alle ( een paar tientallen ) schuldeisers akkoord zijn dat de betalingen pondsgewijze mogen gebeuren aan de schuldeisers, kan het dan dat toch de fiscus een veelvoud van die pondsgewijze verdeling krijgt.
Er zit een onroerend goed bij waar nog een grote hypothecaire lening op is. Als voorwaarde wordt wel gesteld dat het onroerend goed moet verkocht worden
( Ik begrijp nu wel dat zoiets een scheeftrekking van de situatie kan veroorzaken, omdat uiteindelijk bij de verkoop de bank toch als eerste het geld bij de verkoop gaat krijgen).
Eveneens waren 2 gewone nieuwe schuldvorderingen ingediend na het opmaken van de eerste minnelijke aanzuiveringsregeling.
Alle schuldeisers werden er blijkbaar pondsgewijze betaald, ook die 2 die later zijn bijgekomen.
Enkel bij de betaling aan de fiscus, werd er uitsluitend voor de fiscus geen rekening gehouden, met de invloed van de hypothetaire schuldvordering en met die 2 latere gewone schuldvordingen.
Echt een uitleg werd er niet gegeven in het voorstel, maar er werd wel vermeld in het algemeen :
"Tevens zullen alle andere aanpassingen vermeld worden ( o.a. uitbreiding van de vordering, herleiding of compensiaties door FOD Financienen, cfr. bepalingen art. 409/410 WIB 1992, art 166 KB toe uitvoering WIB 1992 en art. 334 programmawet van 27-12-2014. Deze verrekeningen hebben een invloed op de navolgende pondsgewijze uitbetaling aan de schuldeisers."
Zonder dat expliciet een reden vermeld werd dat de fiscus heel veel bevoordeeld werd.
( De grote bevoordeling kon afgeleid worden uit de tabel waar het bedrag vermeld werd dat iedere schuldeiser kreeg ).
Ondertussen is er al een derde voorstel van minnelijke aanzuiveringsregeling opgemaakt, om reden dat de verdeling-scheiding/verkoop van het onroerend goed nog altijd niet in orde is.