Beste,
Ik ging onlangs een overeenkomst aan met een kredietverlener voor een overbruggingskrediet. In hun document noemt het: kaderkredietovereenkomst met hypotheekvestiging.
Er werd mij bij overhandiging van het document door de tussenpersoon heel uitdrukkelijk gesteld dat onderstaande clausule NIET van toepassing was voor mij:
‘In geval van een volledige of gedeeltelijke vrijwillige vervroegde terugbetaling zijn de kredietnemers
overeenkomstig art. Vll.l47/ 12 van het Wetboek Economisch Recht een vergoeding verschuldigd gelijk aan
drie (3) maanden intrest, berekend aan de periodieke debetrentevoet van het krediet op het bedrag van het
verschuldigd blijvend saldo.’
Nu heb ik gelukkig dat krediet maar twee maanden nodig, maar wordt mij een afrekening bezorgd met, jawel, een wederbeleggingsvergoeding van drie maanden opzeg. Volgens de tussenpersoon 'werd hem ook anders verteld door de inspecteur van zijn bank, maar klopt deze afrekening jammer genoeg.'
Kan ik dit conflict op een of andere manier oplossen of aanvechten?
Met dank en vriendelijke groeten.