#3 , 06 okt 2013 08:46
“Art.3...De vakantieduur moet ten minste vierentwintig dagen bedragen voor twaalf maanden arbeid, met inbegrip van de inactiviteitsdagen die bij koninklijk besluit met de dagen normale werkelijke arbeid zijn gelijkgesteld...Ten aanzien van de werknemers die zijn overgegaan van het stelsel van deeltijdse arbeid naar dat van voltijdse of omgekeerd, kan de Koning, in de gevallen en voorwaarden die Hij bepaalt, vaststellen in welke mate deze overgang een weerslag heeft op de berekeningswijze van de duurtijd van de vakantie.”(28 JUNI 1971. - Wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers).
“Art.60.De vakantieduur wordt vastgesteld op twee dagen per maand arbeid of met arbeid gelijkgestelde onderbreking, in dienst van een of meer werkgevers in de loop van het vakantiedienstjaar...”(30 MAART 1967. - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers).
Zie art.35 voor de berekening.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/